05 Jan
HANS

Er zijn mensen waarmee je een directe klik hebt.
Dat gaat niet via je hoofd.
Die mensen rennen binnen via je hart.
Om daar te blijven. Voor altijd.

Zo verging het ook Hans en mij.
Ik twintig, hij ruim veertig.
Ik verpleegkundige in opleiding.
Hij 'diep zwakzinnig', zoals dat toen heette.
Met ernstige spasmes in alle ledematen en daardoor rolstoelgebonden.
We lagen elkaar, Hans en ik.
We snapten elkaar.
In een bijzonder soort gelijkwaardigheid.

"6-4-1986
Hans vertelt:
Poeh, wat is die zon warm,
op mijn hoofd, mijn handen
en mijn buik.
Ik strek even mijn armen in de lucht
en wuif maar wat
om wat frisse lucht op te vangen.
Ik joel haar toe: 'Huuuuuh!'
Wat zegt ze nu?
'Wil je wel wat drinken?'
Nóú, lekker hoor,
in deze warmte....
Dus laat ik maar joelen van ja!

Ze staat naast me nou
en ze is van plan om me koffie te geven.
Fijn.
Gezellig dat ze naast me zit.
Laat ik mijn armen maar laten zakken,
dat staat wat vriendelijker...
Wacht, als ik nou één arm om haar schouders sla,
dan zijn we fijn
dicht bij elkaar.
Ze lacht naar me,
en aait me zachtjes 
over mijn haren, mijn neus en mijn wangen.
Ook zegt ze dat ik mooie ogen heb.

Een lach borrelt in mij op.
Eerst in mijn borst en dan in mijn keel.
Ik hoor hem ook.
Ze lacht zachtjes naar me en kruipt tegen me aan.
Zou ik haar een kus durven geven
op haar zachte wang?
Ach, ik doe het gewoon, heel traag;
zo vaak ziet ze dat niet van mij...

'Vind je het zo fijn vandaag,' vraagt ze zacht.
Ja. De zon, de koffie,
haar wang tegen mijn lippen,
mijn arm om haar schouder 
en mijn lach die maar komen blijft.
Dat is allemaal heel fijn.

Ze kietelt aan mijn oor, mijn kin
en aan het puntje van mijn neus.
Ze is zo lekker warm 
en ze ruikt zo lekker zoet.
Zou ze bij mij blijven zitten nu?

Nee, ik voel het al:
ze maakt, voorzichtig,
mijn arm van haar schouders los.
En ze drukt een zoen op mijn hand.
Ze woelt nog eenmaal door mijn haar
en dan...
dan loopt ze weg van mij.

Ik kijk haar na,
naar waar ze gaat.
Misschien komt ze nog wel terug bij mij.
Kijk, ze kijkt al om.
'Hoi!', lacht ze mij toe.
'Hoi', joel ik,
en ik zwaai."

In die tijd ontdekte ik dat er in Hans veel meer begrip school, dan we als team ooit hadden doorzien.
Ik ontdekte dat per ongeluk, op een avond.
In die tijd brachten we mensen naar bed zonder til-lift. Die waren er nog vrijwel niet.
Hans woog meer dan 70 kilo, en we tilden hem met twee personen vanuit zijn rolstoel in zijn bed.
Hans en ik stonden samen te wachten op degene die ons zou helpen met een 'tilletje'.

Ik stond naast hem, mijn arm om zijn hoofd in de rolstoel heen. En om de tijd te doden fluisterde ik hem een flauwe mop in zijn oor.
Bij de ontknoping schoot Hans in de lach. Onbedaarlijk.
Dat had ik nog nooit gezien.
Ik keek gebiologeerd naar zijn gezicht en zijn lol.

Het was een té mooie kans om te laten liggen: ik vertelde hem nóg een mop.
Nu op ietsje meer afstand van hem, zodat ik op zijn gezicht kon zien wat er gebeurde.
Hij keek me aandachtig aan tijdens het vertellen en toen de mop klaar was, barstte hij weer in een zachte lach uit.
Hij begreep wat ik hem vertelde! Wauw!!!!

De orthopedagoog onderzocht hem kort daarna en kwam tot dezelfde conclusie.
Het was goed om Hans extra prikkeling en uitdagingen te gaan geven, was het advies.
Wat een rijkdom!

We zochten een vrijwilligster. Die vonden we.
Het was een geweldige match tussen die twee.
De relaxte, wat oudere vrouw kwam één keer per week langs en was de hele middag bij Hans.
Samen zaten ze gezellig in een klein huiskamertje. Koektrommeltje en kopje koffie erbij.
Ze las hem daar de krant voor. Hij keek haar aandachtig aan.
Of ze deden raadspelletjes. Ze leerde zijn 'ja' en 'nee'- joel herkennen. Hadden samen de grootste, rustige lol.
Ze wandelde hem met zijn rolstoel door de natuur en ze benoemde elk plantje dat ze kende.
Ze liet hem genieten van de zon en van de wind.

Jaren later kwam ik nog eens op bezoek op de woongroep van Hans.
Bij mijn binnenkomst lag hij op bed, aan de andere kant de woonkamer. Ik zag hem.
En hij hoorde mij en mijn stem.
Even gebeurde er niets.

Daarna ging, heel langzaam, zijn arm omhoog. Wuivend.
En hij joelde: 'Hoi!!!!

Hans en ik.
Wij lagen elkaar.
Wij snapten elkaar.
Dat heb je bij sommige mensen. :)

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.