01 Nov
WHAT'S IN A NAME?

Iedereen in het dorp kende haar: 'Katrien Lukasse'. 'Katrien van Sent de Witte'.
Wij hebben haar altijd: 'Oma de Witte' genoemd.
En ook de namen van hun kinderen waren welbekend.
Zoals die van mijn vader: 'Adri van Katrien en Sent de Witte'.

Opa Sent had de Eerste Autorijschool van hun dorp Wolphaartsdijk.
Oma Katrien was huisvrouw en moeder, maar ook voorzitster van de Vrouwenbond in het dorp.
En beiden gingen ze hun hele jonge leven naar 'de zang' van hun kerk, op woensdagavond.
En de meeste van hun kinderen ook. Zo ging dat in het kleine dorp.
Oma Katrien bracht tot ver in haar tachtiger jaar de maaltijden rond in het dorp.
'Voor de oude mensen die zelf niet meer konden koken', en: 'Omdat ze het nog kon doen'.
Ze werd bijna honderd. Een eigenzinnige, sterke vrouw met een groot, warm hart.
Ook als mensen een beetje anders waren, waren ze welkom bij Katrien.

Wat zegt een naam over een mens? Een overweging waard:
Veel mensen zeggen: "Ik ben 'die en die'". Daar raak ik altijd een beetje van in de war.
Zíjn we dan onze naam? Of drágen we onze naam?
Ik voel meer bij het laatste.
Dat brengt me er altijd toe om te zeggen: "Mijn naam is...."
Omdat ik weet dat onze naam kan veranderen.

Bij mijn geboorte kreeg ik drie prachtige doopnamen mee. Werd vernoemd naar mijn beide oma's:
  'Sara Catharina Pieternella'. 
Trots ben ik daar op. Wensend dat ik iets van hun genen meekreeg. Iets van hun strijdkracht.
Dat ik iets van het rechtvaardigheidsgevoel van oma Katrien in mij meedraag.
Iets van haar grote hart.

Ik werd door mijn ouders genoemd: 'Sandra'. 
Mijn naam, die ik het eerste deel van mijn leven als vanzelf heb gedragen.
Tót het moment vlak voordat ik het huis zou verlaten. Om opgeleid te gaan worden, ver weg van huis. Negentien jaar.
Ik werkte in de koude zomerochtenden op het land, vlak bij huis. Om spruitplanjes uit te planten op het land.
Dat gebeurde op de knieën, met de hand. In lange geulen in de grond. Met kisten plantjes tussen ons in.
En telkens als een kist leeg was, werd er geroepen om een volgende kist:
"Sanne, een nieuwe kist!' klonk het keer op keer.
Niet de juiste naam, maar jeetje wat resoneerde ik blij op die naam. Zó wilde ik heten.
Het klonk zacht. Blij en open. Krachtig.

Thuisgekomen stond ik naast mijn moeder aan het aanrecht. Terwijl ze aardappelen schilde bracht ik naar voren, wat ik ervoer op het spruitjes-land.
"En ik vindt Sanne echt een mooie naam voor mij. Zo zou ik wel willen heten," sloot ik af.
Haar handen rusten even stil op de aardappel.
Een korte blik opzij naar mij: 'Ik vindt Sandra óók heel mooi,' zei ze.
En dat was het.
Ik begreep het direct. Ze hadden me samen die naam gegeven. Omdát ze die mooi vonden.

Uit huis gegaan stelde ik mij in mijn nieuwe leven voor als: 'Sanne'.
Lang wist niemand daar dat er ooit een eerdere naam was geweest.
En ik gróeide in wat mijn nieuwe naam mij vertelde.
Ook mijn mensen thuis omarmden langzaamaan mijn nieuwe naam. Mijn vader sloot de rij.
Het was fijn rond. Het klopt.
Want deze naam weerspiegelt andere dingen in en van mij.
Andere gevoelens, andere gedachten. Andere wegen.
Thát's in a name...

Dichteres 'Neeltje Maria Min' schreef ooit:
'Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
O, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb wil ik heten.'

En ik kan alleen maar hópen dat de kwaliteiten van de vrouwen naar wie ik ben vernoemd, mogen blijven meedeinen in mijn leven.
Zacht, eigenzinnig, krachtig.
Op míjn manier, natuurlijk...
Dát dan weer wel!

Sanne.






Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.