25 Jun
COLLEGA-INSPIRATIE, deel 1.


19 jaar
Tussen mijn 15e en 22e jaar luisterde ik frequent naar Candlelight, zoals voorgaande blogs vertelden.

Zélf schrijven bleek voor mijzelf ook steeds meer een manier om dingen op een rijtje te zetten.
Altijd in dagboekvorm. Soms in tekstvorm.
En steeds regelmatiger in dichtvorm.
Ik deelde die passie met een aantal mensen om me heen. Zeker toen ik uit huis ging.
In opleiding tot Z-verpleegkundige ontmoette ik een collega-student waar ik dat altijd mee kon delen.
En die daarop reflectie gaf.
Waarna ik weer verder of her-schreef.

De achternaam van mijn collega-student inspireerde mij indertijd. Tot het schrijven van een tekst voor hem.
Die tekst voegde elementen uit onze belevenissen samen en uit zijn leven samen.
Een stukje eruit:

" De jonge visser dobbert met zijn kleine bootje dromend op het blauw-groene wateroppervlak. Geconcentreerd leest hij in een bundel vol gedichten. Hij raakt geïnspireerd door de overweldigende kracht van de woorden. Zoals hij dat ook kan hebben van de natuur. Hij schrijft zijn meest eigene gedachten op, in de dichtvorm gegoten die hij heeft opgebouwd door het lezen van vele gedichten.

Even later kabbelen zacht zijn gitaar-accoorden door de warme zilte lucht en zijn stem zingt stilletjes voor zich heen.
Hij legt zijn hoofd in de nek en volgt een blije meeuw in al zijn bochten. Hij volgt hem totdat het lijkt alsof de meeuw hem allerlei dingen vertellen wil.
"Als je twijfelt of je wel goed leeft in deze wereld: hoe je dan vast an het geloof in jezelf. Het geloof in de liefde. Het geloof in de mensen die jij uitkiest om mee te leven.
Probeer dat geloof over te brengen op ieder mens dat jij tegenkomt."

De jonge visser kijkt hem na en pakt daarna langzaam naar zijn riemen.
In een traag tempo glijdt het bootje richting de groen begroeide walkant, totdat het bootje zichzelf afmeert.
De bruine schoenen, welke getuigen van een lang en moeizaam schoenenleven, dragen de visser over het juist ontspruitende gras naar een klein, rustiek huis met een veelkleurige bloementuin.

Vlak voor hij de deur in wil gaan, zet zich een koolwitje op zijn hand. Zij spreidt haar vleugels wijd uit terwijl ze landt. 
Heel voorzichtig strijkt hij met zijn pinkpunt over haar zachte wit.
Dan zetten haar piepkleine pootjes zich af en ze vliegt voort. 
Als zij nog een keer omkijkt, ziet zij een jonge, blonde visser, met een zwart alpinopet.
                                                                 Sanne."
                                                                1984 (19 jaar).

Tja.....
Ik probeerde in woorden-op-papier te vatten wat ik hem wilde vertellen.
Hij las dat dan weer.
En schreef daar weer een tekst over terug aan mij.
We inspireerden elkaar.
Ik vond hem veel meer belezen en wijzer dan ik mijzelf voelde. Dus ik slurpte zijn schrijfpassie op. Leerde veel van hem.
Hij vond later zijn weg in de wereld van het toneel.
Hij bleef altijd schrijven.

Nu, zoveel jaren later teruglezend, ontdek ik iets  in de tekst:
Er staat een wijze les in ingeweven. Die ik eigenlijk zélf ook wel hard nodig had in die tijd. :)
Ach, welke wijze zei ook alweer:
"We onderwijzen anderen het beste wat we zelf het hardste nodig hebben?"

Mmmmm....
Ik ben daar blijkbaar vroeg mee begonnen. :)
En heb dat later in mijn jarenlange, verschillende vormen van, hulpverlenende, werkzaamheden voortgezet.
In mijn begeleiding van anderen.
Met wezenlijke dank aan al diegenen die in openheid hun verhaal aan mij vertelden.
Of hun vraag aan mij stelden.
Ik leerde via hen wat ik zelf zo nodig had...

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.